4. Ellenoor. Edward.
ELLENOOR
Er staat al dagen een meisje in de tuin.
EDWARD
Doe toch niet zo gek, lieve.
ELLENOOR
Ik zweer het je. Er is toch niks mis met mijn ogen. Er staat al dagen een meisje in de tuin. Ik wil het wel herhalen. Er staat al dagen een meisje in de tuin.
EDWARD
Er is toch niks mis met mijn oren.
ELLENOOR
Ik dacht eerst dat het een standbeeld was. Tot ze bewoog.
EDWARD
Ik kan me niet herinneren dat we recentelijk een standbeeld gekocht hebben.
ELLENOOR
Het is ook geen standbeeld. Het is een meisje, levensecht. Echt waar. Ze stond eerst op die wiebelige loopplank die over de sloot ligt en nu staat ze onder de kweepeer te bibberen want het is rotweer en wij nodigen haar niet uit om binnen te komen.
EDWARD
Terwijl hier de haard brandt.
ELLENOOR
Terwijl hier de haard brandt.
EDWARD
Asociaal beleid. Voordat je mij gaat aankijken met je smekende blik-
ELLENOOR
Ik kijk helemaal niet zoals jij zegt.
EDWARD
Nog niet, maar ik ken je. Met je hart voor alle mensen.
ELLENOOR
Ik ga gewoon een pannenlap haken hier in deze stoel. Ik zal het feit negeren dat er een meisje in de tuin staat. Iedereen komt maar door dat gat in de heg. Zo meteen staat de hele tuin vol. We kunnen niet de hele wereld gelukkig maken. Iedereen zou hier wel willen wonen.
EDWARD
Zélfs als standbeeld in de tuin. En geef ze eens ongelijk. Laat het meisje maar binnen. Mijn koninklijk voorstel.
ELLENOOR
Een generaal pardon voor het meisje.
EDWARD
En dat gat in de heg gaat achter haar gat dicht.
© 2007, Gijsje Kooter
Terug naar titels