Chups & tullefiesie


Er staat een enorme bank op het toneel, waar steeds weer een familielid komt aanschuiven. Het licht van de tv weerspiegelt op de gezichten van de familieleden. Ze verschillen erg weinig van leeftijd. Ook Pa en Ma worden gespeeld door jonge spelers. 

Pa zit te zappen.

PA
Van onze beschaving moeten ze met de pootjes afblijven, zeg ik, onze beschaving. Ik zeg: afdraaien de poteltjes waarmee ze eraan kietelen, er tegenaan stompen, met hun bezoedelde knuistjes. Ervan afdraaien en dan zonder eten naar bed. De volgende ochtend wakker maken met emmer water (met dikke bleek) en pootloos tegen een schuurtje zetten en afschieten of in een kuil gooien en opblazen. Graaf ik graag zelf nog die kuil. Netjes. En ik ’s nachts doet mijn oogjes toe als nooit tevoren. Ik zappen van de ene naar de andere kanaal. Niks dan vulligheid van tullefiesie. Hier ut kut van Berlin Tulip. Ik denk net nog: waar zit ik naar te gluren? Picasso? Maar toen begon ut uitzoomen. Daar ligt ze op haar rugje. Heb je haar weer met haar schaamhaar. De aftakkeling het allang ingezet. Allang. Weg jij. Weg. 


Hij zapt.

Hier operatie van flapperende schaamlippen van zestienjarig meisje. Wordt gepest met gym. 

Hij zapt.

Hier siloconentieten die het dansen verleerd zijn. Zwaartekracht bestaat niet meer. Newton mag op de maan gaan zitten.

Hij zapt.

Hier verbouw mijn gezicht tot een stripfiguur. 

Hij zapt.

Hier zuig uit mij het vet weg tot ik niet meer bestaat. 

Hij zapt.

Hier boze kok die het personeel dat niet zijn eigen personeel is het leven zuur maakt.

MA op.
Hè gezellig, wat brengt de avond?

Pa zapt.

PA
Hier ‘Een dag uit het leven van Jannus!’ 

MA
Da’s ’n mooi program. Zo gewoon istie gebleven, Jannus hè. En toch met allure. Hij kan zo prachtig zingen. Hij is bouwvakkert geweest, maar voor metselen het ie geen tijd meer. Hij is dan de hele dag op promotietour. Interviews. Hij tekent de foto’s van hemzelf dan met zijn handtekening. Daar het ie op geoefend, was ook op de serie, op zijn artiestenhandtekening. Het ie een middag op gezeten. Ik heb zelf ook-

Pa zapt.

PA
Hier verkoop rotzooi die ik niet nodig heb. Massagestaaf. 

Hij zapt.

Hier adopteer een opa of oma of een kip. Ben ik een infant of wat?


MA
Ut is tullefiesie. Ut is niet de werkelijkheid. Ut is om te vergeten, de dagelijkse beslommeringen.

PA
Wat heb jij te vergeten? 

MA
Hij’s altijd ant brulle.

PA
Wie is altijd ant brulle? Jij vraagt om het brulle toch, met je hij is altijd ant brulle. Ik was rustig voor jij kwam.

MA aan haar kinderen.
Was jullie pa rustig voort ik kwam of wat?

MO
Ant brulle, as gewoon.

PA
Ut moet zich nu koest houden, ut zaadcel van mij.

MO
Wij passen nergens bij, omdat niemand ons verstaat. Wij praten raartjes zeggen mensen, nu ja, dat zeggen ze niet. Dat zeggen wij zo, dat woord raartjes, bedoel ik, zij zeggen dat anders, ik weet niet hoe, niet nu, als ik hier ben, kan ik niks dan dit en als ik buiten ben, ben ik ut hier vergeten.

PA
Da’s raar met taal. Je praat toch het liefst met je eigen. Je vindt een vreemdeling ook esthetisch gewoon niet zo mooi. Dat is met de taal van zo’n ander ook. Dat klinkt niet lekker. Je vindt ut gewoon mooi wat je zelf kent. Het liefst kijk je in de spiegel eigenlijk. Dat is best narcissisch misschien, maar je spiegelbeeld is toch je eerste liefde.

Tegen Ma.

En jij bent ut in elk geval niet, de eerste liefde.

Ma wil ‘m aanraken maar Pa duwt haar hardhandig terug op de bank.

Pas op hoor en anders zeg ik dat je me aangerand hebt en vraag ik een straatverbod aan ook nog.

MA
Heb je wat aan als we int zelfde huis wonen.

Ma af.

PA
Grote mond. Grote mond. 


© 2011, Gijsje Kooter

Ga naar De wereld is ondertiteld